Gewoon reukgras
Anthoxanthum odoratum

Gewoon reukgras is een geurend gras met fijne bladeren en lichte bloempluimen. Het komt van nature voor op schrale graslanden, is aantrekkelijk voor insecten en wordt gebruikt voor geur in hooi. Bestand tegen arme gronden en halfschaduw.

1 zakje zaden
~ 10 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
20 - 50 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
volledige zon
halfschaduw
Kleur icon
Kleur
geel
Grondtype icon
Grondtype
zand
lemig
turf
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
Maart
April
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
Mei
Juni
Juli
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
droog
vochtig
Levensduur icon
Levensduur
vast
Bladtype icon
Bladtype
fijn
bladverliezend
enkelvoudig
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
berm of veldrand
natuurlijke tuin
voedselbos
Groeitypes icon
Groeitypes
borders
groepsbeplanting
bodembedekker
Gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) is een overblijvend gras dat veel voorkomt in Europa, inclusief Nederland. Het is te herkennen aan zijn relatief vroege bloei in het voorjaar en zijn zoete geur, vooral wanneer het gras wordt gedroogd. De geur ontstaat door het bestanddeel coumarine. Reukgras groeit voornamelijk op schrale graslanden, gazons, bosranden en wegbermen. Het bereikt meestal een hoogte van 20 tot 40 cm, met losse pluimen als bloeiwijze. De bladeren zijn smal en lang, donker- tot lichtgroen. Het gras wordt soms gebruikt als aromatisch kruid in potpourri en om hooi lekkerder te laten ruiken. Verder is het een waardplant voor diverse insecten. Door zijn snelle verspreiding kan het zich gemakkelijk vestigen op open plekken. Toch wordt het zelden problematisch. In siergazons valt het op door zijn vroege bloei en zoete geur na het maaien. Het is geen typische tuinplant, maar kan in bloemenweides of ecotuinen worden toegepast voor de biodiversiteit.
  • Zaai bij voorkeur in het vroege voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
  • Zaai op een zonnige tot halfschaduwrijke plek op schrale, goed doorlatende grond.
  • Maak de bodem fijn en egaliseer het oppervlak.
  • Zaai de zaden oppervlakkig; bedek ze met een heel dun laagje aarde (ca. 0,5 cm).
  • Houd een zaaiafstand van ongeveer 20 cm tussen de zaden.
  • Druk de grond licht aan en maak licht vochtig.
  • Houd de grond vochtig tot ontkieming (meestal na 1 tot 3 weken).
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.