Glanshaver
Arrhenatherum elatius

Glanshaver is een hoog siergras met glanzende aarpluimen. Dit gras levert voedsel en beschutting voor insecten, is inheems in Nederland en groeit goed in verschillende grondsoorten. Veel gebruikt in bloemrijke graslanden, natuurlijke tuinen en als voedsel voor vee.

1 zakje zaden
~ 17 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
60 - 150 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
volledige zon
halfschaduw
Kleur icon
Kleur
groen
Grondtype icon
Grondtype
zand
klei
lemig
leem
kalk
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
Maart
April
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
Mei
Juni
Juli
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
droog
vochtig
Levensduur icon
Levensduur
vast
Bladtype icon
Bladtype
fijn
bladverliezend
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
voedselbos
Groeitypes icon
Groeitypes
borders
groepsbeplanting
bodembedekker
Glanshaver (Arrhenatherum elatius) is een hoge, meerjarige grassoort die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). Deze plant komt veel voor in Nederland, vooral op voedselrijke graslanden, wegbermen en dijken. De plant kan tot wel 150 cm hoog worden en heeft een rechtopstaande groei. Het gras heeft glanzende, lichtgroene bladeren die vrij breed zijn in vergelijking met andere grassoorten. De bloeiwijzen verschijnen van mei tot juli en bestaan uit losse pluimen met lange aartjes die in de wind sierlijk bewegen. Glanshaver is met name belangrijk als voedergras voor vee in hooiland, maar kan een probleem vormen doordat het dominant kan zijn en andere soorten overheerst. Door zijn snelle groei en aanpassingsvermogen wordt glanshaver soms als lastig beschouwd in natuurbeheer. De plant is verder belangrijk voor verschillende insecten, met name als voedsel voor rupsen en zaden voor vogels.
  • Zaai glanshaver in het voorjaar (maart-april) of het najaar (september-oktober).
  • Bewerk de grond en maak deze goed los.
  • Zaai de zaden oppervlakkig: ongeveer 0,5 tot 1 cm diep.
  • Houd een afstand van circa 20 cm tussen de rijen.
  • Dun de planten later uit zodat er 10-15 cm tussen individuele planten staat.
  • Druk de grond licht aan en geef voorzichtig water.
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.