Harig wilgenroosje
Epilobium hirsutum

Harig wilgenroosje heeft behaarde stengels en roze bloemen. Het groeit snel langs sloten en moerassen. Ecologisch waardevol voor insecten en als waardplant. Geschikt voor natuurlijke tuinen en voedselbossen op vochtige, voedselrijke grond.

1 zakje zaden
~ 1 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
60 - 150 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
volledige zon
halfschaduw
Kleur icon
Kleur
roze
Grondtype icon
Grondtype
lemig
klei
turf
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
Maart
April
Mei
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
Juni
Juli
Augustus
September
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
vochtig
nat
Levensduur icon
Levensduur
vast
Bladtype icon
Bladtype
enkelvoudig
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
voedselbos
Groeitypes icon
Groeitypes
borders
groepsbeplanting
Het harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) is een meerjarige, kruidachtige plant die behoort tot de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De plant wordt tussen de 60 en 150 cm hoog en valt op door zijn stevige, behaarde stengels en ovaal tot lancetvormige bladeren met een getande rand. De bloemen zijn paarsroze, ongeveer 2 tot 3 cm breed en bloeien van juni tot september in losse trossen. Het harig wilgenroosje is algemeen te vinden langs slootkanten, vochtige graslanden en rietzomen in Nederland. De plant produceert vele kleine zaden met een pluimhaartje, waardoor ze makkelijk door de wind verspreid worden. Hoewel de sierwaarde beperkt is, wordt de plant soms gewaardeerd in natuurtuinen vanwege haar aantrekkingskracht op bijen en vlinders. In de volksgeneeskunde werden delen van de plant traditioneel gebruikt om ontstekingsremmende aftreksels te maken. Toch wordt de plant vooral gezien als een wilde plant van natte plaatsen.
  • Zaai het harig wilgenroosje bij voorkeur in het vroege voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
  • Gebruik vochtige, voedselrijke grond en kies een zonnige tot halfschaduwrijke plek.
  • Verspreid de kleine zaadjes dun over het oppervlak van de aarde; bedek ze slechts heel licht (maximaal 0,5 cm diep), aangezien ze licht nodig hebben om te kiemen.
  • Houd tussen de zaden een onderlinge afstand van circa 30 cm.
  • Geef voorzichtig water zodat de grond vochtig blijft maar niet drassig wordt.
  • Zodra de jonge plantjes groot genoeg zijn om te hanteren, eventueel uitdunnen zodat ze voldoende ruimte hebben om te groeien.
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.