Rozenkransje
Antennaria dioica

Het rozenkransje (Antennaria dioica) is een lage, overblijvende vaste plant die tot de composietenfamilie behoort. De plant groeit vooral op droge, schrale graslanden, heidevelden en duinen. Het rozenkransje heeft grijsgroene, viltige bladeren die een dichte zode vormen en zo onkruid werend kunnen werken. In de periode mei tot en met juli verschijnen de bloemstengels met compacte hoofdjes van roze of witte bloemen. De bloemen zijn tweeslachtig: er zijn aparte vrouwelijke en mannelijke exemplaren. De naam 'rozenkransje' verwijst naar de vorm van de bloemen die aan een rozenkrans doet denken. Deze plant gedijt het beste op een droge, zonnige plek in goed doorlatende, voedselarme grond. Antennaria dioica is geschikt als bodembedekker in rotstuinen of in bloemrijke gazons. De plant trekt vlinders en bijen aan en is goed bestand tegen droogte. In de volksgeneeskunde werden delen van het rozenkransje gebruikt vanwege vermeende geneeskrachtige werkingen, maar dit wordt tegenwoordig weinig toegepast.

1. Zaai bij voorkeur in het voorjaar, van maart tot en met mei, direct buiten of onder glas.
2. Gebruik voedselarme, goed doorlatende zandgrond op een zonnige plek.
3. Maak de grond fijn en verwijder onkruid.
4. Zaai de zaden oppervlakkig: druk ze licht aan, maar bedek ze nauwelijks met aarde (maximaal 0,2 cm diep).
5. Houd een plantafstand van 20 cm aan tussen de zaden.
6. Giet voorzichtig water, zodat de zaden niet wegspoelen.
7. Ontkieming duurt doorgaans 2 tot 4 weken bij een temperatuur van 15-20°C.