Kropaar
Dactylis glomerata

Kropaar (Dactylis glomerata) is een overblijvend gras dat veel voorkomt in weilanden, bermen en wegkanten in Nederland. Het gras is te herkennen aan de opzij gerichte pluimen en de brede, platte bladeren die vaak blauwgroen van kleur zijn. Kropaar groeit relatief snel en kan tot 150 cm hoog worden. Het vormt stevige pollen en bloeit van mei tot juli. De bloemen zijn groen tot paarsachtig en groeien in dichte pluimen. Kropaar is waardevol als voedergras voor vee door zijn snelle hergroei en hoge opbrengst. Tevens wordt het vaak ingezet in grassoortenmengsels voor weilanden en hooiland. Voor natuurgebieden is kropaar wat minder favoriet vanwege zijn dominantie ten opzichte van andere soorten. Dit maakt het minder geschikt voor bloemrijke graslanden. In tuinen wordt kropaar zelden aangeplant omdat het als grof en dominant wordt ervaren. De soort is goed bestand tegen betreding en droogte. Naast landbouwwaarde speelt het ook een rol als waardplant voor rupsen van sommige vlinders.

• Zaaitijd: Zaai kropaar bij voorkeur in het voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
• Zaaibed: Maak de grond fijn los en egaliseer het oppervlak.
• Zaai de zaden oppervlakkig, op een diepte van circa 1 cm.
• Houd tussen de zaden een afstand van ongeveer 20-25 cm.
• Druk het zaad licht aan en houd de grond vochtig tot de kieming (ongeveer 2-4 weken).
• Als de planten opkomen, eventueel iets uitdunnen om concurrentie te voorkomen.