Schapenzuring
Rumex acetosella

Schapenzuring (Rumex acetosella) is een overblijvend kruid behorend tot de duizendknoopfamilie. De plant komt veel voor in Nederland, vooral op voedselarme, zure gronden zoals heidevelden, bermen en graslanden. Schapenzuring groeit laag bij de grond en heeft smalle, pijlvormige blaadjes die een zure smaak hebben door hun oxaalzuurgehalte. In het vroege voorjaar verschijnen de kleine, roodgroene bloemen aan vertakte stengels. Voor menselijk gebruik kunnen jonge blaadjes, met mate, toegevoegd worden aan salades om hun frisse, zure smaak, hoewel grote consumptie afgeraden wordt wegens het oxaalzuur. Traditioneel werd de plant ook medicinaal gebruikt voor onder andere spijsverteringsklachten. Voor insecten zoals bijen is schapenzuring belangrijk als nectarbron. De plant wordt wegens zijn snelle verspreiding vaak als lastig onkruid beschouwd, vooral in grasvelden en landbouwgebieden. Omdat hij goed groeit op arme bodems, duidt schapenzuring vaak op schrale grond en kan het daarmee ook dienen als indicatorsoort. In siertuinen wordt de plant zelden gewaardeerd vanwege de woekeringstendens.

• Zaai schapenzuring in het voorjaar of in de herfst, bij voorkeur tussen maart en mei of september en oktober.
• Kies een open plek met lichte, zure of neutrale grond die niet te voedzaam is.
• Maak de grond fijn en hark deze licht aan.
• Zaai de zaden dun uit, ongeveer 0,5 cm diep.
• Houd een afstand van 10-15 cm tussen de zaden om voldoende ruimte te geven voor groei.
• Bedek de zaden licht met aarde en druk zachtjes aan.
• Houd de grond vochtig totdat de zaden gekiemd zijn (meestal binnen 2-3 weken).