Slipbladige kaardenbol
Dipsacus laciniatus

Slipbladige kaardenbol heeft stekelige stengels en diep ingesneden bladeren. De witte bloeiwijze trekt insecten aan en in de winter zijn de zaden belangrijk voor vogels. Geschikt voor natuurtuinen en ruigtes. Oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar inmiddels ook in Nederland te vinden.

1 zakje zaden
~ 10 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
80 - 200 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
volledige zon
Kleur icon
Kleur
wit
Grondtype icon
Grondtype
klei
lemig
kalk
zand
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
April
Mei
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
Juli
Augustus
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
vochtig
droog
Levensduur icon
Levensduur
tweejarig
Bladtype icon
Bladtype
grof
gelobd
bladverliezend
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
Groeitypes icon
Groeitypes
borders
groepsbeplanting
alleenstaande planten
De slipbladige kaardenbol (Dipsacus laciniatus) is een meerjarige plant behorend tot de kaardebol-familie (Caprifoliaceae). Deze soort wordt tot ongeveer 1 tot 2 meter hoog en valt op door zijn diep ingesneden, veervormig gelobde bladeren die tegenover elkaar aan de stengel zitten. De stengel zelf is soms iets vierkant van vorm en ruw behaard. In de zomermaanden (juli-augustus) ontwikkelt de slipbladige kaardenbol een kegelvormige bloeiwijze met witte bloemen die in een band over de bol verschijnen. De plant trekt veel insecten aan, waaronder bijen en vlinders. Van oudsher werd deze soort, net als de gewone kaardenbol, gebruikt in de textielindustrie om wol te kaarden. Tegenwoordig wordt de slipbladige kaardenbol vooral als sier- of wilde-bloem in (natuurlijk ingerichte) tuinen gebruikt, dankzij de opvallende bloei en aantrekkelijke zaadhoofden. De zaadhoofden blijven in de winter overeind en bieden voedsel voor vogels. Dit maakt de plant geliefd in natuurtuinen. Vanwege zijn forse voorkomen is hij minder geschikt voor kleine borders.
  • Zaai de zaden in het voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
  • Bereid de grond voor door deze goed los te maken en te egaliseren.
  • Zaai de zaden 0,5 tot 1 cm diep in de grond.
  • De zaden kunnen het beste gezaaid worden met een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm, zodat de planten stevig kunnen uitgroeien.
  • Druk de grond licht aan en houd deze vochtig tot de kieming zichtbaar is (meestal na 2-4 weken).
  • Dun de zaailingen uit als ze enkele echte bladeren hebben, zodat er voldoende ruimte overblijft.
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.