Wilde reseda
Reseda lutea

De wilde reseda (Reseda lutea) is een overblijvende plant die behoort tot de resedafamilie. De plant wordt doorgaans tussen de 30 en 80 centimeter hoog en heeft sterk vertakte stengels. De bladeren zijn diep ingesneden en grijsgroen van kleur. Wilde reseda bloeit van mei tot september met kleine, gele bloemen die in lange, slanke trossen staan. De bloemen verspreiden een aangename geur. De plant groeit graag op zonnige, kalkrijke, open plaatsen, zoals wegbermen, bermen van spoorwegen, dijken en braakliggende terreinen. In tuinen wordt wilde reseda gewaardeerd vanwege haar bloemen en als waardplant voor diverse insecten, waaronder bijen en vlinders. Vroeger werd uit de wortel een gele kleurstof gewonnen. Tegenwoordig wordt wilde reseda vooral benut in wildmengsels en ecologische tuinen. De plant is droogtebestendig en heeft weinig verzorging nodig. De mogelijkheid om op arme gronden te groeien maakt haar geschikt voor natuurtuinen en wilde bloementuinen. Inheemse planten zoals wilde reseda dragen bij aan de biodiversiteit en trekken nuttige insecten aan.

• Zaai wilde reseda (Reseda lutea) bij voorkeur in het voorjaar, van maart tot mei, of in het najaar, van september tot oktober.
• Kies een zonnige standplaats met kalkrijke, goed doorlatende grond.
• Maak de grond fijn en verwijder onkruid.
• Zaai de zaden oppervlakkig, ongeveer 0,5 cm diep.
• Houd een afstand aan van 20 cm tussen de zaden voor een goede groeiruimte.
• Bedek de zaden lichtjes met aarde en druk deze zachtjes aan.
• Giet voorzichtig om de grond vochtig te maken, maar voorkom dat de zaden wegspoelen.
• De kiemduur bedraagt doorgaans 2 tot 3 weken.
• Uitplanten of uitdunnen kan indien gewenst na opkomst.