Donderkruid
Inula conyzae

Donderkruid (Inula conyzae) is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). Het komt van nature voor op droge, kalkrijke graslanden en hellingen in Europa, waaronder Nederland. De plant groeit tot circa 30-80 cm hoog en heeft smalle, lancetvormige bladeren met viltige beharing aan de onderzijde. De stengels zijn rechtopstaand en licht behaard. Donderkruid bloeit van juli tot september met kleine, gele bloemen in samengestelde schermen. De bloemen trekken talrijke insecten aan, waaronder bijen en vlinders, wat de plant waardevol maakt voor biodiversiteit. Traditioneel werd donderkruid als geneeskrachtige plant gebruikt, onder andere bij luchtwegklachten en als zweetdrijvend middel. Tegenwoordig wordt het vooral gewaardeerd in natuurlijke tuinen en wilde bloemengraslanden. Het gedijt het beste op zonnige plaatsen en schrale, goed doorlatende grond. Doordat de plant weinig eisen stelt en goed bestand is tegen droogte, is hij geschikt voor onderhoudsarme tuinen. Donderkruid is een inheemse, ecologisch waardevolle soort die bijdraagt aan de natuur in de tuin of het landschap.

• Zaaitijd: Zaai donderkruid tussen maart en mei of in augustus-september, direct buiten op de gewenste plek.
• Zaai de zaden oppervlakkig; bedek ze slechts licht met aarde, ongeveer 0,2 tot 0,5 cm diep, omdat het lichtkiemers zijn.
• Houd een afstand van circa 25-30 cm tussen de zaden om de planten genoeg ruimte te geven.
• Houd de aarde licht vochtig tot aan de kieming, dit duurt meestal 2 tot 4 weken.
• Dun de zaailingen later uit indien nodig en geef in het begin voldoende licht en lucht.