Hopklaver
Medicago lupulina

Hopklaver (Medicago lupulina), ook wel kleine klaver of zwarte klaver genoemd, is een één- tot meerjarige plant uit de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). De plant groeit tot ongeveer 20-50 cm hoog en onderscheidt zich door haar kleine, gele, bolvormige bloeiwijzen die lijken op miniatuurhopbellen. De blaadjes zijn drietallig en ovaalvormig met een duidelijk getande top. Hopklaver bloeit van mei tot oktober en komt veel voor op droge graslanden, bermen, dijken en braakliggende gronden. De plant bindt stikstof uit de lucht dankzij haar wortelknolletjes, waardoor ze de bodem kan verrijken. In Nederland wordt hopklaver soms als groenbemester gebruikt in de biologische landbouw, vanwege haar bodembedekkende en stikstofbindende eigenschappen. Ook trekt de plant veel bijen en insecten aan, waardoor ze belangrijk is voor de biodiversiteit. Hopklaver kan gebruikt worden als veevoer, hoewel het niet de voorkeur heeft boven andere klaversoorten. De plant is gemakkelijk te herkennen aan haar gele bloemetjes en de kenmerkende, op driekwartdeel uitstaande steeltjes met blaadjes.

• Zaai hopklaver (Medicago lupulina) bij voorkeur in het vroege voorjaar (maart-april) of nazomer (augustus-september).
• Kies een zonnige locatie met goed doorlatende grond.
• Maak de bodem los en onkruidvrij.
• Zaai de zaden oppervlakkig, op een diepte van ongeveer 0,5 tot 1 cm.
• Houd een afstand van circa 10-15 cm tussen de zaden aan om voldoende ruimte voor de planten te waarborgen.
• Bedek de zaden licht met aarde en druk deze eventueel een beetje aan.
• Geef voorzichtig water zodat de grond vochtig blijft tot de kieming, meestal binnen 2-3 weken.