Komijn
Cuminum cyminum

Komijn (Cuminum cyminum) is een eenjarige plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae) die bekend staat om zijn aromatische zaden, welke veelvuldig worden gebruikt als specerij in diverse wereldkeukens. De plant vormt fijne, geveerde bladeren en bereikt een hoogte van ongeveer 30 tot 50 centimeter. Zodra de plant bloeit, verschijnen er kleine, witroze bloemen in schermen. Komijn verlangt een zonnige standplaats en vruchtbare, goed doorlatende grond. Het wordt vooral geteeld voor zijn zaden, die een warme, licht bittere smaak hebben en een essentieel ingrediënt zijn in bijvoorbeeld Indiase curry's, Mexicaanse gerechten en Europese broodsoorten. Behalve culinair gebruik, wordt komijn ook in de traditionele geneeskunde toegepast vanwege zijn spijsverteringsbevorderende werking. In de Nederlandse keuken wordt het met name verwerkt in kaas, zoals de bekende komijnekaas. Oogsten gebeurt doorgaans wanneer de zaden rijp zijn en lichtbruin verkleuren. Zowel het telen als vermeerderen van komijn met zaad is relatief eenvoudig, mits men voldoet aan de behoefte aan warmte en voldoende zonlicht.

• Zaai komijn binnenshuis vanaf maart tot april voor, of direct buiten in mei zodra de kans op vorst voorbij is.
• Gebruik een zaaibakje of losse, goed doorlatende zaaigrond.
• Zaai de zaden ongeveer 0,5 tot 1 cm diep in de grond.
• Houd een afstand van 25 cm tussen de rijen en 15 cm tussen de zaden onderling aan.
• Houd de grond licht vochtig tot de zaden ontkiemen (meestal na 1 tot 2 weken).
• Zet zaailingen eventueel buiten uit als ze groot genoeg zijn en geen vorst meer wordt verwacht.