Ruige klaproos
Papaver argemone

De ruige klaproos (Papaver argemone) is een eenjarige plant behorend tot de papaverfamilie. De plant valt op door zijn diep ingesneden, grijsgroene bladeren die bedekt zijn met stijve haren. In tegenstelling tot de gewone klaproos zijn de bloemblaadjes van de ruige klaproos vaak smaller en zien ze er wat "ruiger" uit. De bloemen zijn felrood tot oranje-rood, met een zwarte vlek aan de basis van elk kroonblad en een doorsnede van ongeveer 2 tot 5 cm. Na de bloei vormt zich een smalle, behaarde zaaddoos. Deze soort komt vooral voor op kalkarme, droge, open gronden zoals akkers en braakliggende terreinen. Als wilde plant draagt de ruige klaproos bij aan biodiversiteit; de bloemen leveren voedsel voor insecten zoals bijen en vlinders. In siertuinen is de plant minder bekend dan de gewone klaproos, maar dankzij zijn natuurlijke uitstraling wordt hij steeds vaker in bloemenweides toegepast. Bovendien is de ruige klaproos gemakkelijk zelf op te kweken uit zaad. Let op: net als andere papavers is deze plant wel licht giftig bij inname door mens en dier.

• Zaai ruige klaproos zaden buiten direct op de gewenste plek tussen maart en mei.
• Maak de grond los en verwijder onkruid.
• Strooi de zaden dun uit; bedek ze zeer licht met een dun laagje (maximaal 0,5 cm) aarde. Papavers hebben licht nodig om te kiemen.
• Houd ongeveer 20 cm afstand tussen de zaden om voldoende groeiruimte te bieden.
• Geef voorzichtig water met een fijne sproeier.
• De kiemduur is meestal 2-3 weken, afhankelijk van temperatuur en vocht.