Moeraswalstro
Galium palustre

Moeraswalstro (Galium palustre) is een vaste plant uit de sterbladigenfamilie (Rubiaceae) die voorkomt op vochtige tot natte standplaatsen, zoals moerassen, slootkanten, natte graslanden en veengebieden. De plant wordt meestal 30 tot 60 centimeter hoog en herken je aan de slanke, vierkante stengel en de krans van smalle, lansvormige blaadjes. De kleine, witte bloemetjes verschijnen van mei tot september en zijn gerangschikt in losse trossen. Moeraswalstro heeft een kruipende wortelstok, waarmee de plant zich gemakkelijk kan uitbreiden. Ecologisch is de soort waardevol als waardplant voor insecten, vooral bepaalde vlinders en bijen. In de natuurtuin wordt de plant soms gebruikt in moerassige gedeelten, waar hij een natuurlijke uitstraling geeft en concurrentie biedt tegen dominante soorten. Vanwege de slappe stengels kan Moeraswalstro zich aan andere planten vastklampen. In bepaalde regio’s worden delen van de plant medicinaal gebruikt, hoewel dit in Nederland minder gangbaar is. Over het algemeen wordt Moeraswalstro als typisch inheemse moerasplant gezien, die zich vooral thuisvoelt op natte, voedselarme bodems.

• Zaaitijd: Zaai Moeraswalstro bij voorkeur in het (vroege) voorjaar (maart-april) of herfst (september-oktober).
• Bodem: Gebruik natte, humusrijke grond. De zaden vragen veel vocht om goed te kiemen.
• Zaaidiepte: Zaai de zaden oppervlakkig, maximaal 0,3 cm diep. Licht aandrukken, niet bedekken met dikke laag aarde.
• Afstand: Houd ongeveer 20-30 cm afstand tussen de zaden voor een luchtige groei.
• Water: Zorg voor een constant vochtige bodem.
• Kiemduur: De zaden kiemen meestal na 2-4 weken bij voldoende warmte en vocht.